EVEN GEDULD S.V.P. VIDEOCLIPS WORDEN GEDOWNLOAD.
De W E R E L D E N van I J S B R A N D |
Bij het intreden van 1951 is IJsbrand geen jong broekje meer. Op kantoor heeft hij meer verantwoording gekregen als chef van de import/inward bills afdeling die onder andere consignaties van horloges behandelt die in de kluis opgeborgen staan. Er worden grote hoeveelheden in Hong Kong geïmporteerd. De handelaren waren echt types. Zelikovsky, een oudere joodse handelaar, keek steeds geagiteerd rond en had moeite zijn al afgebroken bril op zijn hoofd te balanceren. Hij leefde op krediet en had altijd geld te weinig om zijn afnames te betalen. Lap Heng daarentegen was een gefortuneerde Chinees met een Boeddha-achtige uitstraling, die een vaste klant bleef omdat hij het principe huldigde van 'never change a winning horse'. Hilton Cheong Leen was een intellectuele Chinees, die later in de politiek ging en wiens portret men door heel Hong Kong zag hangen veertig jaar later. Daarnaast waren er Indiase handelaren als Wassiamul Assomul, die zeer gewiekst alle banken afliepen om de beste koersen te bedingen voor hun wissels. Zij moesten het allemaal hebben van toeristen, die flink spendeerden gedurende hun verblijf in de kroonkolonie. Maar ook Chinezen wilden hun rijkdom tonen in aankoop van dure artikelen.
IJsbrand's salaris is nu HK$ 1250 (f 800), waarvan hij $ 400 aan de mess afdraagt.
Hij ontvlucht na kantoortijd zijn beslommeringen door klassieke langspeelplaten te spelen. Hij kan niet zonder - de klanken brengen hem in een staat van vervoering. Zijn kamergenoot - de woningnood is inmiddels zo nijpend dat hij een kamer moet delen - moet de oorverdovende klanken maar voor lief nemen. Piet Lanting zal tenslotte overspannen naar Nederland terugkeren, zonder een cent tegemoetkoming van de bank !
Het Nederlandse bankpersoneel heet lid van één grote familie te zijn. Maar als iemand niet aan de modelrol voldoet is er geen plaats meer voor hem. Hij ligt er uit, ook financieel. Een pensioenregeling is er niet, alhoewel de bank zelf wel geld weglegt in een pensioenfonds. Maar daar wil het geheel eigen zeggenschap over hebben. IJsbrand sloot voor zijn vertrek een levensverzering voor f 10.000 af in de verwachting dat hij met dat bedrag zijn eventuele pensioen aardig zou kunnen aanvullen. In Hong Kong krijgt hij daar al twijfels over en besluit het bedrag te verdubbelen. Hij stelt zich ten doel zo veel te sparen dat hij een passage terug kan betalen en een jaar zonder inkomen te kunnen leven. Dat geeft hem een vrijer gevoel. Men kan hem niets maken.
De gemoederen aan het thuisfront worden bezig gehouden met verandering van leiderschap in het Theosofisch Genootschap in Pasadena. Overkomen door broederliefde heeft een nieuwe leider Long zich aan het hoofd geplaatst door zijn rivaal een vuistslag te verkopen. Maar dat mag de toewijding in de Theosofische gelederen niet in de weg staan en ze scharen zich pal achter hem.
In Hong kong heeft men vier dagen vrij met Pasen - een luxe waar ze met volle teugen van genieten, ondanks het slechte weer. Aan enkele diners kan IJsbrand zich niet onttrekken. Op één chinees diner moesten de gasten drie uur wachten voordat het voedsel op tafel kwam. Er wordt op die gelegenheden overvloedig met whisky 'bottoms up' gedronken. Het is er zo'n stal dat IJsbrand de helft van zijn glas van de door hem verfoeide drank onder tafel leeggiet zonder dat dat opvalt.
In de haven liggen in april twee torpedojagers: de Jan van Galen, die de Evertsen komt aflossen bij het Koreaanse conflict. Dat betekent dat de nederlandse kolonie nu twee bemanningen heeft te vermaken. Een picnic op het strand is nog wel een van de geslaagdste. Ook ontvangen ze hen in de mess. Dat betekent nachtbraken en eindeloos geheis van bier. Als de Jantjes maar gelukkig zijn. Ze bezoeken ook de schepen en krijgen daar nederlandse filmjournaals uit 1950 te zien. Het valt IJsbrand op hoe oubollig die zijn en verbaast zich over de onbenullige onderwerpen.
Voorlopig worden ze bezig gehouden met een grote verhuizing, aangezien het gebouw waar ze inzitten afgebroken zal worden. Zonde vanuit historisch standpunt bekeken, maar de Engelsen schijnen daar niet zwaar aan te tillen en weinig historisch besef te etaleren. Het past in de Hong Kongse laissez-faire houding.
Het kantoor trekt in het vroegere gebouw van de Chase Bank in het Marina House aan Queen's Road Central (dat nu al niet meer bestaat). De amerikaanse bank geeft haar vestiging in Hong Kong, dicht bij Communistisch China en 'too close for comfort', op. Het kantoor is een aanzienlijke verbetering: airconditioning, grote kluis, modern meubilair en twee maal zoveel ruimte.
De verhuizing staat onder politiebegeleiding. Het grootste karwei is de kluis. Die wordt door vrouwen, koelies, onder luid ritmisch gezang uit de kelder over balken naarboven geschoven. Bovendien worden er voor meer dan een miljoen dollar horloges, die de bank in onderpand heeft, overgebracht. Het karwei wordt in vier uur geklaard.
Ook staat er voor broer Kees een kunstreis naar Parijs op het programma. IJsbrand stuurt hem het geld daarvoor. Oom Henny heeft Bertus Aafjes als 'cliënt' in Cairo. Hij tracht hem te overreden zijn nieuwe boek door Kees te laten illustreren. Maar het komt daar niet van. Moeder bezoekt intussen de vele 'geestelijke' avonden die in Amsterdam ontspruiten in de na-oorlogse tijd, waaronder die van Lou de Palingboer.
Ondertussen schetst IJsbrand zijn leven in Hong Kong op vragen uit Amsterdam: "Met TV bemoei ik me niet omdat het hier niet bestaat. Meditatie kan ik niet doen omdat ik mijn kamer moet delen. Ik heb al lang het idee uit mijn hoofd gezet dat Theosofie de eerste tien eeuwen een leer voor de brede massa zou kunnen worden. Voor mij zie ik de kernleer niet in ingewikkelde theorieën, maar een pure leer over het zelf dat slechts intuïtief begrepen en gevoeld kan worden. ". IJsbrand heeft het niet zo begrepen op de geestelijke gesteldheid van de mensen waarmee hij in kontakt komt. Zijn brieven naar huis vullen zich meer met commentaar op hun capriolen en ruzies met huurders, dan wat er in Hong Kong plaats vindt.
Hij tracht zich staande te houden in een maatschappij waarin heel andere regels gelden dan in het wereldvreemde nest waaruit hij voortkwam. Hij voelt zich geisoleerd in Hong Kong. In zijn omgeving is er weinig weerklank voor zijn geestelijke interesses. Toch kan hij goed opschieten met de heel anders geaarde collega's en kennissen.
Inmiddels heeft IJsbrand een groot bass reflex kast laten bouwen om nog beter de muziek in zich op te nemen. Hij leeft er op kantoor al naar toe om zich te verheffen op de hemelse klanken die hem in vervoering brengen. Het hele huis vibreert mee als het geluidsvolume opgevoerd wordt - stort echter nog net niet in. Zondagmorgen is ingeruimd voor een klassiek concert. Messgenoten moeten er willens en wetens aan geloven. Als ze te opstandig worden en hun activiteiten de naald over de langspeelplaat doet huppelen, stormt hij uit zijn kamer in heilige verontwaardiging.
Ook bezoekt hij concerten van doorreizende artiesten, zoals Rudolph Friml, componist van de 'Donkey Serenade' en 'Rosemary I love you', Isaac Stern en de Ink Spots. Later in het jaar bezoekt hij ook een concert van de pianist Louis Kentner en zangeres Helen Traubel.
Hij begint er wel genoeg van te krijgen geen eigen kamer op de mess te kunnen krijgen. Hij adverteert al een tijd lang om een kamer ergens anders te huren. Tegen een aanbieding van een half Portugeze familie heeft de manager bezwaar vanwege raciale verhoudingen. Eindelijk, na maanden, vindt hij een geschikte kamer bij een familie Labrum, die in een villa op een heuvel aan de Ho Man Tin Hill Road in Kowloon wonen. Het echtpaar kan kennelijk wat extra inkomsten gebruiken. Bovendien hopen ze op wat meer kontakt in hun grote villa. Hij betaalt ze HK$ 500 p.m. als paying guest.
De verhuizing gaat per vrachtwagen. IJsbrand's wereldlijke bezittingen zijn inmiddels uitgebreid tot 5 grote koffers, een kampferkist en natuurlijk zijn hi-fi installatie. Ondergedompeld in engelse omgeving kan hij nu ook goed zijn engels bijspijkeren. Labrum is de bejaarde manager van Ye Olde Printerie drukkerij - zijn vrouw is een Christian Scientist. IJsbrand rijdt af en toe met haar mee naar haar hun kerk aan de overkant in de stad, terwijl hij tegelijkertijd gemakshalve de post van kantoor ophaalt. De vrouw van de gouverneur komt er ook, in een Rolls Royce weliswaar. Labrum zelf is een Vrijmetselaar grootmeester, maar bekent dat hem meer de sociale dan de geestelijke aspecten aantrekken, als IJsbrand hem daarover ondervraagt. De vriendenkring die ze hebben kan IJsbrand maar weinig bekoren. Hij vertoont de Metropolis film voor ze op zijn projector. Ze vinden die echter zo deprimerend dat hij hem middenin moet onderbreken. Hij ziet wel een paar goede films in de bioscoop, soms met zijn gastvrouw: Kind Hearts and Coronets, Gone with the Wind, the Man in the white suit en zo. Maar hij knapt af op Bud Abbott en Lou Costello.
IJsbrand vindt nu eindelijk meer vrije tijd voor brieven en lezen, waaronder Somerset Maugham's 'The Razor's Edge' na het zien van de film, die een grote indruk op hem maakte. Hij onderhoudt nog actieve correspondentie met vroegere vrienden en klasgenoten: Michiel Viruly, Andreas Hoogendijk, Wouter van Vloten, als ook collega's.
Op mooie dagen gaat hij wandelen in de omgeving. De hellingen zijn bezaaid met squattershutjes. Daarin huizen vluchtelingen die met tien duizenden de kolonie vanuit China binnenstromen en voor wie geen werk noch onderdak is. Zijn onderkomen ligt behoorlijk ver van kantoor.
En natuurlijk is er zijn onafscheidelijke gramofoon (klik) die hem uit de beslommeringen van het dagelijks leven moet verheffen. Weekeinden besteedt hij om weer nieuwe platen op te scharrelen die nog maar schaars voorhanden zijn. Beethoven's Eroica simfonie is zijn favoriet, als hij die gespeeld heeft voelt hij zich een geheel ander mens.
Af en toe ontglipt hem een wijsheid als hij naar huis schrijft: "Ik geloof dat je op een zeker punt niets meer uit boeken kunt leren en het leven slechts als leermeester moet hebben. Soms wens ik wel eens een jaar of veertig te zijn. Dan ben ik tenminste oud en vol wijs inzicht.". Hij zal nog achtien jaar moeten wachten.
In Amsterdam blijkt de familie communistische sympathieën te koesteren tot IJsbrand's ontsteltenis. Kees is in een opstandige periode. Hij vindt IJsbrand, die eerder rechts georienteerd is - het kan niet anders in zijn beroep - tegenover zich.
Nadat Piet Lanting overspannen naar Nederland is vertrokken, worden de gelederen met twee nieuwelingen versterkt. Wim Wortel en Hans Wynia zijn jonge broekjes van 18 jaar die ook al weer een opleiding op de Ginckel achter de rug hebben. IJsbrand neemt één ervan onder zijn hoede. Hij maakt ze wijs een rapportje over hun vorderingen te moeten opstellen. Dat houdt ze koest, hoopt hij. Hij vindt Hans Wynia heel aantrekkelijk.
IJsbrand is in september '51 na twee jaar verblijf eindelijk aan vacantie toe. Hij besluit die door te brengen in het Po Lin Shi Boedhistisch klooster op Lan Tau eiland. Zijn plan ontmoet de nodige lacherigheid op kantoor, maar Carl vindt het wel gek. Er is geen buitenlander bij wie zoiets opkomt. Hij komt die dan ook niet tegen onderweg.
Hij vertrekt zondagmiddag per boot en komt tegen de avond aan. De boot kan niet aanleggen dus moet hij met een sampan aan wal gebracht worden. Hij krijgt te horen dat het gekkenwerk is om dan nog naar het klooster op vijf uur afstand te klauteren. Hij zet toch door. Na een beklimming langs een bergpaadje bij maanlicht komt hij 's avonds aan. Het onderkomen is wars van alle luxe. Zijn bed is niet veel meer dan een houten plank. Hij schrijft naar huis: Een matras schijnt in deze wereld nog niet uitgevonden te zijn. Het kan ook zijn dat men de bezoekers een soort kastijding wil opleggen. Hij slaapt dan ook weinig, ook al vanwege de muskieten.
's Morgens wacht hem een kom rijst met abalone en paddestoelen. Wel smakelijk, alhoewel hij in de morgen wel iets anders gewend is. Boedhisme staat hoog in aanzien bij Theosofen. IJsbrand tracht zo veel mogelijk op te steken, maar het harde kloosterleven valt hem echter bar tegen, al was het alleen al omdat niemand engels spreekt.
Op zijn urenlange bergtochten komt hij practisch geen sterveling tegen. Maar het eindoordeel is dat ondanks alle schoonheid van het landschap deze kwelling geen vacantie genoemd kan worden. Hij besluit vroegtijdig terug te keren om nog een paar dagen te genieten van het luxe leventje in de 'beschaving'.
Het plan rijpt nu om een rijbewijs te gaan halen. Nadat één leraar met het lesgeld er vandoor is gegaan vindt hij een ander die hem het rijden bijbrengt na eindeloos veel lessen. Zijn benen trillen van de zenuwen tijdens het examen. De engelse examinator strijkt evenwel de hand over zijn hart en gunt hem een rijbewijs. Geen slechte beslissing want IJsbrand zal nooit een verkeersovertreding in zijn verdere leven begaan, of ongeluk veroorzaken.
IJsbrand is tot over zijn oren verliefd op nieuweling Hans Wynia, die zich zijn attenties laat welgevallen, zonder dat hij die beantwoordt. Zij trekken veel met elkaar op, eten buitenshuis en maken tochtjes.
Thuis heeft men zich alweer in een ander avontuur gestort. Een in gewaad gestoken leraar Ferrières beweert in kontakt te staan met Theosofisch leraar Koot Homi. Zij doen yoga ademhalingsoefeningen met hem.
Ondertussen wordt de woning aan de van Lennepkade aangekleed dank zij de sommen geld die IJsbrand trouw overmaakt. Nieuwe plannen en volgen elkaar op in zo'n snel tempo dat IJs ze nauwelijks bij kan houden. Hun hoofd is door oom Hill op hol gejaagd met een plan om naar Canada te emigreren, ondanks het feit dat moeder, noch broer, enige kwalificatie daarvoor hebben.
Carl Müller wordt overgeplaatst naar Soerabaya, maar ontvangt 24 uur voor vertrek bericht dat de directie zich bedacht heeft en hij nu naar Bombay moet afreizen. IJsbrand zal hem wel missen. Ze hadden ondanks hun verschil in karakter veel in hobbyisme gemeen.
IJsbrand's verblijf bij de Labrums is ook alweer bijna ten einde. Zijn zoon is zonder werk komen te zitten en wil nu bij zijn ouders intrekken. Het komt IJsbrand niet geheel ongelegen want als hij terugkeert in de mess zal hij dichter bij zijn vriend Hans Wynia zijn. Hij heeft alweer enige bezoeken naar Lan Tau eiland achter de rug, nu in gezelschap van collega's die ook aangestoken zijn door zijn enthousiasme. Er wordt heel wat afgeklauterd langs de hellingen en heuvels van het eiland. Dik van Brummen stort haast van een helling af.
Bij zijn wensen voor het jaar 1952 beklaagt IJsbrand zich over zijn gebrekkige geheugen:"
Nieuwkomeling Wim Wortel is in film geïnteresseerd en weet IJsbrand op te stoken om een leden-avond van de Sino-British Film Group te bezoeken om aan te dringen om betere films te vertonen. Zij worden welwillend aangehoord. De toehoorders happen toe en willen IJsbrand wel in het bestuur benoemen, vooral als hij belooft naar het filmmuseum in Amsterdam te schrijven om te vragen om belangrijke meesterwerken van de filmkunst op te sturen. Er heerst een ontzettende lauwheid onder de leden. Alleen op de vergaderingen wordt strikt protocol aangehouden. Niet met elkaar praten, maar alleen tot de voorzitter het woord te richten, seconderen van moties etc.. Vaarwater waar Engelsen zich geheel in thuis voelen. IJsbrand moet er aan wennen. Hij koopt een boek over het leiden van vergaderingen om als bestuurlid het spel mee te kunnen spelen.
Met Wim Wortel zal hij ook Chineze filmstudios bezoeken. Er worden in Hong Kong talrijke hoofdfilms 'on a shoestring' gemaakt. Over geluidsdichte studios kunnen ze niet beschikken, dus wordt er alleen 's nachts gefilmd. Veel tijd voor herhaling van scenes is er evenmin. Een film behoort in anderhalve maand geschoten te zijn.
Het kon niet uitblijven dat IJsbrand na zijn rij-examen zich een auto wil aanschaffen. Bovendien kan hij dan ook gebruik maken van de regeling dat de bank alle benzinekosten vergoedt. Hij doet het samen met Hans Wynia. Uit advertenties in de krant hebben ze tenslotte een Vauxhall 10 hp 1948 gekozen. Van de aankoopsom van $ 4000 leent de bank er $ 3000. De motor is zo zwak dat ze er nauwelijks de helling mee op kunnen komen, zeker niet als ze tussentijds nog bij een kruizing moeten stoppen. Tot overmaat van ramp slaat dan ook nog vaak de motor af. Maar dat mag hem de pet niet drukken.
Hij schrijft verontschuldigend naar huis:Deze koop moet niet gezien worden als een uitgave doch eerder als een gemak brengende belegging." Een bijkomend voordeel is dat IJsbrand nu aan Hans rijlessen in de auto kan geven.
IJsbrand is nog wel zo bevlogen dat hij een extra abonnement op het maandblad Sunrise naar de Amerikaanse bibliotheek in Hong Kong laat sturen aangezien er geen Theosofische publicatie in de colony verkrijgbaar is.
IJdelheid is hem ook niet vreemd. Zijn bril draagt hij haast nooit, want hij vindt die niet flatterend en bovendien irriterend. Maar hij komt er niet onderuit. Hij ziet alles onscherp vanaf een meter en besluit de bril in hemelsnaam maar op te houden. Het montuur moet wel een beetje stoer en mannelijk staan. Af en toe gaat hij naar de oogarts voor een nieuw recept. Hij krijgt dan een bril met donkere Woods glazen voor de felle tropenzon. Langzaamaan verdwijnt zijn jeugdig voorkomen.
In Nederland wordt de oorlogsperiode afgesloten. Op 14 januari 1952 komt er een einde aan de voedseldistributie. Koffie was het laatste artikel dat nog op de bon was. IJsbrand zond daarvoor af en toe blikken koffie naar familie en kennissen in Nederland, met nog allerlei andere dingen die nog schaars waren daar, zoals potten gember op sap.
Er zijn een aantal bewoners van de Hong Kong mess verdwenen. Thesen Endert (Thees) , die de boel altijd opvrolijkte met zijn grappen, naar Djakarta. Om de kosten te drukken wordt besloten er iemand bij te nemen. Het wordt Leunis de Priester, van de Royal Interocean Lines, een geschikte goedlachse kerel. In de bank komt Paul Moreau uit Bangkok de taak van Daan Steyn Parvé overnemen, die met verlof gaat. Daan is een van de weinigen die het in Hong Kong zonder overplaatsing uitgehouden heeft.
Het gerucht bereikt hen dat één van hun collega's in Bangkok, den Ouden, zich voor het hoofd heeft geschoten. Hij kwam uit een gereformeerd gezin. Het zijn juist de jongens uit streng Christelijke achtergrond, die in een nauw korset leefden van preutse regels, die als eerste ontsporen.
Alhoewel de levenswandel van veel van zijn collega's niet de zijne is, kan IJsbrand zich als toeschouwer kostelijk amuseren met hun capriolen tot diep in de nacht. De jonge broekjes kunnen hun weelde niet op, vooral in het uitgaansleven in obscure nachtclubs. Laat in de nacht komen ze laveloos en platzak thuis terwijl IJsbrand op een oor ligt. Voor hen is hij ook een raadsel.
Dik van Brummen komt uit Singapore de gelederen versterken. Hij is diep gelovig, dus een prachtig prooi voor IJsbrand's schokkende filosofieën.
Na een paar maanden, het is inmiddels eind juni '52, wordt de Vauxhall alweer verkocht. Er komt een Standard Vanguard 1949 voor in plaats met een 16 pk motor. Dik van Brummen is nu de derde mede-eigenaar geworden. Zo wordt er steeds op de centjes gelet hetgeen wel mag aangezien IJsbrand regelmatig een aderlating ondergaat wat betreft zijn overmakingen naar Amsterdam alwaar het naar zijn mening in een bodemloze put verdwijnt.
Kees is aan het olieverfschilderen geslagen, maar moet binnenkort de dienst in.
IJsbrand neemt een moedige beslissing en verlaat het 9,5mm filmformaat, dat hem toch maar steeds problemen opleverde. Zoiets is voor een cineast hetzelfde als een gelovige die van godsdienst verandert. Hij koopt een Paillard Bolex 16mm camera op afbetaling en verkoopt tevens zijn 9,5mm uitrusting. Daarmee zet hij een streep onder al zijn tot nu toe genomen films die langzaam in de vergetelheid zullen verdwijnen, totdat ze weer ontdekt worden. In het nieuwe semi-professionele formaat zal zijn werk ook voor cinema en TV toegankelijk worden. Bovendien kan hij nu met superieure Kodachrome kleurenfilmen. Hij bestelt tevens een Specto dual 9,5/16mm projector uit Engeland om al zijn films op te draaien.
Een andere, daarop aansluitende gebeurtenis is de oprichting van de Hong Kong Amateur Cine club. IJsbrand had een oproep aan amateur filmers om eens de koppen bij elkaar te steken in de krant gelezen en was er als de kippen bij om aanwezig te zijn. De oprichting wordt bezegeld met een diner.
In de komende maanden zal hij lid van het bestuur worden en regelmatig hun bijeenkomsten bijwonen in Ken Watson's Gainsborough Studio in Gloucester Building. IJsbrand verdient enig aanzien aangezien hij al behoorlijk wat kennis over filmerij heeft opgestoken. Hij wordt als bankman tot penningmeester benoemd. In het Nederlandse Vereniging Nieuws schrijft hij stukjes over goed filmen.
Enno Develing en Leunis de Priester nemen een duik
De staf wordt in augustus '52 weer met twee Nederlanders aangevuld: Enno Develing en Jan van der Horst. Al even jong als de andere 'bibits', zoals ze in de bank naar jonge rijstplantjes genoemd werden. Zij storten zich al gauw in het uitgaansleven. IJsbrand vond Enno best wel aantrekkelijk.
De Standard Vanguard auto wordt alweer van de hand gedaan omdat Dik van Brummen naar een andere bank-mess in Felix Villas verhuist en hij zijn aandeel wil verzilveren. Daarvoor in plaats komt een Studebaker Champion 1946. Later zal dit onder oldtimer verzamelaars een zeer gewild model blijken, maar vooralsnog zal hij voor hen als vervoermiddel dienen.
De verhouding met Hans Wynia is aan het bekoelen. Ze hebben vaak meningsverschillen. Hans gaat nogal de hort op, en niet alleen hij. Het grieft IJsbrand zijn avonturen met hoertjes te moeten aanhoren. Hij wil er niet meer onder lijden en besluit innerlijk losser te komen staan tegenover zijn vriend.
Er wordt hard aan IJsbrand getrokken om ook eens mee te gaan naar een bordeel. Hij besluit het maar eens een keer te wagen. Alle jongens in het gezelschap kiezen een hoertje uit. Ze geven IJsbrand zelfs de eerste keus. Het loopt zoals te verwachten op een fiasco uit. IJsbrand kan niet presteren, betaalt trouw zijn dertig dollar en drukt het hoertje op het hart er niets van te zeggen. Het zal zijn laatste aanraking met betaalde liefde zijn.
Ook zijn afkeer van roken is een doorn in het oog van de hem omringende kettingrokers, die overigens allemaal aan Lucky Strike verslaafd blijken te zijn. Roken was een teken van mannelijkheid. IJsbrand, die toch wel een beetje masculine tevoorschijn wil komen, heeft al eens een sigaar en een pijp geprobeerd - vindt het eigenlijk maar niets. En wat belangrijker is, het druist tegen zijn principes in.
De avonden thuis te blijven hangen is een te grote opgave voor zijn messgenoten. Maar om de bioscoop en dancings te bezoeken betekent ook een aanslag op hun portemonnaie. Daarom proberen ze eens op de mess te gaan rouletten. Helaas verliest de bank steeds van de systeemspelers. Daarom moet iedereen die om de beurt nemen. Het spel verveelt ook al gauw.
Verbinding met Nederland gaat eigenlijk alleen maar per brief. Een internationaal telefoongesprek van vijf minuten kost maar liefst 75 gulden . Hij moet wel eens de overzese gelederen geruststellen die lezen over communistisch (althans zo heet het) geïnspireerde relletjes in Kowloon. De BBC rapporteert er uitvoerig over, terwijl de Hong Kong bevolking er nauwelijks iets van bemerkt.
IJsbrand heeft de directie voorgerekend dat hij in drie jaar maar tien dagen vakantie gekregen heeft. Ze zwichten en gunnen hem een drie-weekse bootreis per m.s. Ruys naar Japan op 3 november '52. IJsbrand neemt zijn nieuwe camera mee. Eerst moet hij een pokkenprik halen. Hij geniet van de cruise en de rust aan boord. De passagiers kunnen zwemmen in een openluchtzwembad. 's Avonds is er dansen, klassieke muziek, en een filmvoorstelling. In Yokohama stapt hij zonder een Yen op zak aan wal. Hij heeft niemand in de bank van zijn komst op de hoogte gesteld dus ze staan even vreemd te kijken als hij aan komt zeilen. Maar ze tonen zich onmiddellijk van hun beste zijde en verschaffen hem de nodige geldmiddelen en toeren met hem rond. Hij doet zijn best in de kortst mogelijke tijd zo veel mogelijk bekende plekjes te bezichtigen. Met de bevolking kan hij geen contact maken aangezien nauwelijks iemand Engels spreekt. In Tokyo bezoekt hij zijn eerste balletvoorstelling: Doornroosje uitgevoerd door een Japans gezelschap. In Kamakura bewondert hij de immense Daibutsu Buddha.
Daarna maakt hij een treinreis van negen uur naar Kobe. Hij passeert de met sneeuw bedekte Mt. Fuji. Veel kans om te filmen krijgt hij niet want het regent in de Kansai. Kyoto ziet hij vanuit een sightseeing bus, die hem langs de indrukwekkende tempels voert tezamen met een meute Japanners die op vakantie zijn, allen uitgerust met een camera. Hij moet wennen aan het schoen uit, schoen aan. Hij neemt contact op met zijn collega's in de Kansai en voert levendige gesprekken met hen. Zij maken van de gelegenheid gebruik om hem te vragen om allerlei spullen, vooral gramofoonplaten, uit Hong Kong naar Japan te sturen - zelfs een auto naar Wim Slootweg, die hij nog van de Filippijnen kende!
Van mijn foto's van Hong Kong Kong in de jaren vijftig werd in 2010 in the Tao Evolution Gallery, Hong Kong, een expositie gehouden, met begeleidend fotoboek.
Van deze belevenissen zijn DVD's verkrijgbaar in Hong Kong! Klik hier voor meer info. Maar er zijn ook video clips van te bekijken op YouTube.
Op het web sinds 2005. Laatst aangevuld: 12 mei 2022
Lees ook:
Uw herinneringen gevraagdHeeft u nog herinneringen/foto's/films die aan deze autobiografie kunnen bijdragen ?Ik zal ze graag van u horen/zien. Email naar manandu @ xs4all.nl, zonder spaties. |
© Michael Rogge 2022