JAVAANSE MYSTIEKE BEWEGINGEN |
In de naoorlogse jaren is het Javaanse mysticisme meer en meer in de belangstelling van antropologen komen te staan. Java is interessant voor deze tak van wetenschap aangezien haar cultuur de sporen draagt van vele godsdienstige stromingen.
Voor de oorlog zijn veel studies in het nederlands verschenen.
Onder de buitenlandse verhandelingen is een boek verschenen van Prof. Antoon Geels, van de Lund Universiteit: "Subud and the Javanese mystical tradition".
Pangarisan Paul
Sitompul schreef in de de slotparagraaf van zijn doctoraal dissertatie voor de Claremont
Graduate School: "De meeste Javaanse mystieke sekten verdwijnen
bij de dood van hun stichter. Sommige sekten overleven het en
behouden zelfs de oorspronkelijke naam. Maar gewoonlijk
splitst het lidmaatschap zich op in kleinere groepen die geen
kontakt met elkaar onderhouden."
De honderden mystieke stromingen, worden ook wel aliran kebatinan (aliran = stroming, kebatinan = mystiek), of kepercayaan (= geloof) genoemd.
Deze bewegingen staan geregistreerd bij het semi-officiele HPK(Himpunan Penghayat Kepercayaan) die op haar
beurt weer onder toezicht staat van het PAKEM (Pengawas Aliran
Kepercayaan Masyarakat), onderdeel van het Ministerie van
Cultuur en Onderwijs. Vereist wordt dat zij voldoen aan de
Indonesische staatsideologie, de Panca Sila (Geloof in God,
nationaal bewustzijn, humanisme, sociale rechtvaardigheid en
democratie).
De HPK is een voortzetting van de in 1970 opgerichte SKK
(Sekretariat Kerjasama Kepercayaan). De hierbij aangesloten
groepen trachtten officiële erkenning van de overheid te
verkrijgen. Sommige bewegingen zoals Subud en Pangestu maakten echter
bezwaar tegen
bepaalde (magische) handelingen bij sommige aangesloten kepercayaan.
Regeringstoezicht
De overheid heeft van oudsher deze mystieke groeperingen goed
in de gaten gehouden. In de Nederlandse tijd was dat omdat
zich opstanden konden voordoen aangewakkerd door groepen die
een messianistische en millenaristische overtuiging waren
toegedaan. Mystieke Islamitische groeperingen en bewegingen
die ontstonden om iemand die Wahyu (verlichting) beweerde
ontvangen te hebben, waren verdacht. We weten tegenwoordig maar al te goed waartoe religieus fanatisme leidt.
Onder het nieuwe bewind in
de jaren zestig was men weer bevreesd voor communistische
invloeden in bewegingen die vooral het Javaanse volksgeloof,
abangan, waren toegedaan.
De vorige president Suharto scheen niet afkerig te staan
tegenover de kepercayaan en werd zelfs als mysticus
aangezien.
Deze beweging kunnen groot in aantal zijn . Pangestu beweert 90.000 leden onder de bevolking te hebben! Subud heeft de meeste bekendheid buiten Indonesië verkregen, maar Sumarah heeft nu ook enige buitenlandse groepen.
Anthropoloog Clifford Geertz heeft in zijn standaardwerk "The
Religion of Java" de Javaanse bevolking opgedeeld in een
drietal groeperingen: de "abangan", de "santri" en de
"priyayi". Tegen zijn onderdeling is door andere anthropologen
bezwaar gemaakt maar we willen haar toch volgen.
De abangan zijn nominaal Moslim, maar laten zich leiden
door het oude volksgeloof of kejawen. Daarin wordt alles in de
natuur bezield gezien. "Flora en fauna hebben evenals de mens
een ziel, die echter meer dan bij de mens in het materiele
bestaan verzonken is. Daardoor kunnen bepaalde dieren en
planten schadelijk zijn...". De Godheid staat daarboven in
serene rust en bied geen hulp. Er resten de abangan twee
mogelijkheden. "Eerst die van het offer en spreuk, in latere
tijd de mogelijkheid van overgave - rela en aanbidding -
bekti. Deze primitieve grondideeën keren in de 20e-eeuwse
mystieke groepen terug, zijn wellicht nooit afwezig geweest."
(Dr.S.de Jong:"Varen naar de Overkant. Een vergelijking van
oosterse en westerse mystiek" Kampen 1987).
De priyayi waren
afkomstig uit de erfelijke aristocratie van de Javaanse
vorstenhuizen van Djogja- en Surakarta. De Nederlanders wisten
hen bij het begin van hun overheersing voor zich te winnen.
Zij begonnen zich minder afhankelijk van hun vorsten op te
stellen. De Nederlanders lieten veel van het bestuurlijke
apparaat aan hen over. Door die collaboratieve houding wekten zij de
achterdocht op van de orthodoxe Moslims - de Santri.
Guru's - bijvoorbeeld in de Pangestu
mystieke beweging - hebben vaak een adellijke titel.
De moeder van de stichter van Subud was nazaat van prins Purbokusumo, een afstammeling
van Sunan (=vorst) Kalidjogovan Kadilangu Demak. Zijn vader
was een kleinzoon van Kiai (= Moslim leraar) Muhammad
Abubakar, oorspronkelijk prins Sajid Muhammad Abubakar van
Djogjakarta.
De Javaanse intelligentsia wordt geidentificeerd met deze priyayi klasse, die veel bestuursambtenaren kent. Aan hen wordt een edel en zuiver karakter toegeschreven. Zij vertegenwoordigen immers de oorspronkelijke Hindu-Javaanse hoftradities uit vroeger eeuwen - de zeer verfijnde etikette, de dans- drama-, muziek- en poëtische kunsten - maar bovenal de mystiek die geleerd werd van vereerde hofguru's.
Het populaire geestelijke wajang spel had eens geestelijke achtergronden. De lamp in het schaduwspel symboliseert bijvoorbeeld de allesomgevende kracht van God. De wajang verhalen zijn gebaseerd op de Indiase Mahabharata en Ramayana epossen.
Vanwege die Hindoe-achtergrond staan orthodoxe Moslims er
minder welwillend tegenover. Zij maken echter 5 tot 10% van de
Javaanse bevolking uit, maar hun aantal breidt uit.
Dertig procent hangt een sterk
syncretistische (Van Dale: versmelting van wijsgerige en
religieuse opvattingen van verschillende herkomst zonder dat
de tegenstrijdigheden worden opgeheven en een diepere synthese
wordt bereikt) en gejavaniseerde versie van de Islam aan.
De rest noemt zich weliswaar Islam maar staat het dichtst bij de
oud-Javaanse Hindoe traditie.
Het dagelijks leven is doortrokken van de ilmu kejawen, het
oude volksgeloof. Men verwacht door beoefening van mystiek
genezing, zwangerschap, bovennatuurlijke gaven, materiële
welvaart en wahyu, goddelijke uitstraling te krijgen. "Jongens
doen semèdi (meditatie soms vergezeld van vasten en 's nachts
opblijven.M.R.) voor hun school-examens om met hoge cijfers te
slagen. Meisjes vasten en mediteren om een man te vinden en
van sommige politici wordt gezegd dat zij mediteren voor een
hogere functie."(Geertz)
De essentie van de kejawen is de selamatan. Deze rituele maaltijd is volgens anthropologen typisch animistisch. "De selamatan heeft een animistische achtergrond die deel uitmaakt van de Javaanse cosmologie: de mens wordt omringd door geesten en goden, verschijningen en mysterieuze bovennatuurlijke krachten die, tenzij hij de juiste voorzorgen neemt, hem ongeluk kunnen brengen."(J.M.van der Kroeff: Javanese Messianic Expectations)
Terwijl de vrouwen in de keuken of op de achtergrond blijven nuttigen de mannen deze maaltijd bij bijzondere gebeurtenissen of feestdagen. De genuttigde spijzen zijn eigenlijk bedoeld als een geestenoffer.
Bij een overlijden worden spijzen aan de ziel van de dode
geofferd op de derde, zevende, veertigste en honderdste dag en
op de eerste en tweede verjaardagen van de overledene. De
laatste op de duizendste dag na het overlijden. Dit hangt
samen met het geloof dat de ziel na die datum desintegreert of
reïncarneert. Dit in tegenstelling tot de Islamitische
overtuiging dat de ziel een hemel of een hel wacht.
De Islam die Java via Indiase kooplieden vanuit Malakka en
Sumatra in de 15de eeuw bereikte droeg al de sporen van Hindoe
en Ishmaili Shi'ah invloeden. Om aanpassing te vinden aan het
reeds bestaande geloof werd het op Java alsnog omgevormd en
geadapteerd. Oorspronkelijk Javaanse animistische elementen
werden opgenomen in de Islam. De Sufi mystiek speelde een
grote rol. Zij werd het beste begrepen en geapprecieerd.
De Islam mystiek vond ingang bij de vorstenhoven en won daardoor
in prestige.
Er ontstonden mystieke broederschappen - de Tarekats - van
o.a. de Naqshabandiyya, Qadiriyya en Shattariyya Sufi orden.
De Arabische sheikh werd de Javaanse kiai of seh. In pesantrèn
scholen werd voordracht uit de Koran onderwezen, maar ook de
pencak-silat, de gevechtskunst en de dikir. De dikir begint
met zingen en herhalen van uitroepen als Allah Akbar.Er kunnen
ook concentratie- en ademhalingsoefeningen gedaan worden.
Daarbij wordt een totaal Godsbewustzijn nagestreefd.
Sommige studenten bezoeken de ene pesantrèn of pondok na de
andere. Kiai's hebben zich gespecialiseerd in bepaalde
gebieden. Dorpelingen doen volgens de Moslim wet vaak
schenkingen aan de pesantrèn. De Kiai's beheren dit en hebben
zelf ook bezittingen.
Omstreeks het midden van de vorige eeuw kwam o.a. door
veelvuldiger kontakt met het Midden-oosten een hervormings-beweging op gang. Dit leidde tot een kloof tussen orthodoxe en
nominale Moslims. Het vermengen van Islam met gebruiken uit het
oude geloof werd en wordt veroordeeld. Verworpen wordt het
geloof in de eenheid van mens en God, in rasa(gevoel) boven
akal (rede) en begrip voor waarheden buiten de Islam.
Onder de typisch Javaanse gebruiken is die van de naamsverandering.
Men
gelooft dat de naam direct verband houdt met de
lotsbestemming. Als iemand voelt voortdurend door het noodlot
getroffen te worden dan verandert hij zijn naam. Men
gelooft dat er een innerlijk conflict ontstaat als iemand
geen juiste naam draagt.
De nieuwe geestelijke stromingen worden in verband gebracht met de oude Javaanse mystiek. Socioloog Prof. J.M. van der Kroef schrijft dat Subud een voortzetting, of uitbreiding is van "traditionele en mystieke patronen die voortkomen uit de Javaanse hoven. Zij worden voornamelijk, uitzonderingen daargelaten, door de aristocratie verbreid."
(J.M.v.d.Kroef:"New religious sects in Java", Far Eastern
Survey Feb'61)
In de Subud beweging staat een geestelijke oefening, de latihan centraal.
Deze is bedoeld als een soort
purificatie van lichaam en geest. Door deze regelmatig
te beoefenen wordt de mens zich bewust van al de verschillende
krachten die inwerken op de verbeelding, het bewustzijn en het
denken. Door niet aflatende oefening zullen de krachten zich
scheiden en hun juiste plaats weer terugvinden.
De mens zal dan in staat zijn datgene te doen wat in harmonie
is met zijn ziel. Welk werk de mens dan ook doet, het zal
doordrongen zijn van de levenskracht. Dit is ook het kenmerk
van de ware cultuur. Zijn leven en werk zal een pad worden om
God te aanbidden. Bij zijn dood keren alle levenskrachten
terug naar hun respectievelijke werelden.
<
Het verstand te boven
Uit het bovenstaande is wel duidelijk dat de Javaanse mystiek gegoten is in een taal
die ver af staat van Westerse tradities.
Duidelijk is dat aan het intellect slechts een dienende functie wordt toegekend.
Sumarah
Een beweging die
veel gemeen heeft met Subud is Sumarah (= overgave). Over deze beweging bestaan twee dissertaties uit 1980: één
van Paul Stange, de andere is van D.G. Howe.
De stichter ervan is Sukinohartono. Naar verluid zou hij door een Subud helper in 1932 geopend zijn, daarbij onderging hij een openbaring die gevolgd werd door andere ervaringen tussen 1935 en 1937. Na een intense purificatie begreep hij dat hij leiding zou ontvangen
door hakiki en de engel Gabriël. Hij werd door negen
geestelijke sferen geleid en had ontmoetingen met Jezus
Christus en de profeet Mohammed. Schrijft Stange: "De
dimensies die hij doorging komen overeen met de sferen die in
de klassieke mystieke literatuur behandeld worden en de
beschrijvingen die in de wajang en Sufisme worden aangetroffen".
In 1949 onderging Sukinohartono nogmaals een openbaring. Buren vertelden dat zij 's nachts een hemels licht, op Sukino's huis hadden zien neerdalen."
In Sumarah bestonden twee niveaus van latihan. De kanoman oefeningen hadden drie hoofdvormen:
Deze manifestaties zouden ontstaan als gevolg van de werking van God's kracht in
de candidaat.
Voor ouderen en leden die rijper van geest werden geacht was
er een tweede inwijding tot de kasepuan zwijgende meditatie.
In de loop van de tijd werd slechts de kasepuan meditatie
beoefend. De kanoman oefening, die meer overeenkomsten heeft
met de latihan, raakte in onbruik na 1949. Hetzelfde was het
geval met de scheiding van de sexen en het zich in de richting
van Mekka keren tijdens de oefening. De vooruitgang van de leden,
wordt voortdurend intuitief gepeild.
Sumarah trok veel meer volgelingen dan Subud. "In 1951 had
Subud nog maar een kern van een vijftigtal leden. Sumarah had
zich tegen die tijd over geheel Java verbreid en telde
duizenden leden".(Stange)
Recent zijn er Sumarah meditatie groepen over de gehele wereld gestart.
(In het voorbijgaan mag opgemerkt worden dat er een aantal groepen bestaan die opgericht werden door personen die vroeger in Subud ingewijd werden. Daaronder: Da Free John (Avatara Adi Da) en Bhagwan Shri Rajneesh (Osho).
Klik voor een uitgebreidere Engelse versie van dit artikel met extra links: Javanese Mysticism
© Michael Rogge 2017
De URL van dit artikel is: http://www.xs4all.nl/~wichm/javmysnl.html.
Laatst gewijzigd: 22 november 2017
| De mens en het onbekende |
| Paranormale stemmen |
| foreign language pages |
| Javanese mysticism |
| Subud |
| Mystiek Bali |
| Does man have a soul? |
| de wortels van de New Age |
| Parapsychologie en leven na de dood |
| psychologie en geestelijke bewegingen |
| Reflections on Islam |
| failing predictions |
| precepts for living |
| spiritual links |
| cinematographica |
| kunst |