NABESCHOUWING Mijn verdere levensloop in vogelvlucht. 1961 - 1970
Terugvaart naar Nederland in 1961
Op de terugkeer naar Nederland trachtte ik een veelheid van filmbeelden vast te leggen van het leven aan boord van het vrachtschip. We voeren langs de Filippijnen, Singapore, Kuala Lumpur, Indische Oceaan, Suez kanaal, Cadiz, naar Nederland. Daar deden we een anderhalve maand over.
Vervreemd. Nederland in 1961
In het Verre Oosten raakten Nederlanders steeds meer vervreemd van gebeurtenissen in Nederland. Ze waren al jaren in het buitenland geweest en trachten zich in te leven in de zo verschillende lokale maatschappelijke omstandigheden waar ze hun werkterrein vonden. Zo verging het mij ook toen ik terugkwam in februari 1961 na twaalf jaar afwezigheid. Bij terugkeer in het vaderland kwam de Nederlandse mentaliteit mij als benauwend over. Weinige mensen waren buiten de grenzen geweest, mede door de oorlog, het deviezenregime en beperkte middelen . Mijn geest was vervreemd van de moraal en maatschappij visie van de bevolking begin jaren zestig. Men was nog wel kerks, maar dat was aan het slijten. Er was een ander geloof voor in de plaats gekomen - dat van het socialisme en communisme. Dat werd omarmd door de jonge, als wel de oudere generatie. Zij keerden zich tegen de standenmaatschappij, het kapitaal, de povere levensomstadigheden. Er waren ook tegengeluiden. 'Ik verkoos de vrijheid' van de gevluchte Russische ingenieur Victor Kravchenko, die de wantoestanden in Rusland belichtte, was een bestseller.
Een benauwend geestelijk klimaat
Voor mij waren dat onderwerpen waar ik me in het buitenland nauwelijks mee had bezig gehouden. Wel met die in Japan. Vooral met godsdienstige stromingen en tradities. Dat alles deed nu niet meer terzake. Er was wel oppervlakkige interesse, maar om mij daarover te horen was geen belangstelling. Trouwens er was weinig aandacht voor overzese Nederlanders. Het waren immers kolonialen geweest en alles wat daarnaar zweemde was verdacht. Toch waren er Nederlanders met ondernemingsgeest die in hun eigen land geen mogelijkheden zagen en vaak succesvolle ondernemingen in het buitenland opbouwden. En op spiritueel gebied waren er ook wel buitenbeentjes, die zich aansloten bij alternatieve bewegingen: theosofie, antroposofie, of yoga, maar veel stelde het niet voor. Mijn moeder voelde zich daartoe aangetrokken. Ging zelfs naar lezingen van Lou, de palingboer die toen furore maakte.
Galerie 207 en de 'Nul' beweging
Teruggekomen viel ik met mijn neus in de perikelen thuis. Zoals ik in de laatste episode van mijn autobiografie schreef waren mijn broer en mijn moeder in de parterre van het nieuwe pand aan de Willemsparkweg een expositieruimte begonnen die ze Galerie 207 hadden gedoopt. Jan Cremer had er juist geexposeerd. Zijn schilderij de Japanse Oorlog had zulke afmetingen dat de scheidingswand van de suite verwijderd moest worden om wandruimte vrij te maken voor het immense doek. De opening werd een wild feest. Simon Vinkenoog verrichtte die en begon er zijn boek Hoogseizoen (1962) mee. Jan betaalde met een schilderij.
We waren eigenlijk geen verkopers, bleek wel - we wisten niemand een schilderij aan te praten. Daarom besloten we maar de galerie met een stunt te beëindigen. Henk Peeters van de 'Nul' beweging stelde voor een internationale tentoonstelling NIETS te houden. Er werd een manifest tegen het niets uitgegeven ondertekend door kunstenaars als Armando, Schoonhoven en andere buitenlandse kunstenaars. Bezoekers werden inderdaad op 'niets' getrakteerd. De deur bleef gesloten. Er was niets, dus ook geen expositie. Zo eindigde het avontuur: Galerie 207.
Film- en televisie werk
Inmiddels had ik niet stilgezeten om de 40 stuks colli met film- en ander materiaal een plaats te geven in de woning. Mijn broer Kees had kunstenaar Polman de deur uit weten te werken - hij werd later in paviljoen 3 van het Wilhelmina ziekenhuis opgenomen. Het was nu tijd om televisie documentaires te monteren uit de tientallen spoeltjes met opnames in het Verre Oosten.
Met Ed van der Elsken had ik al dadelijk contact opgenomen na mijn aankomst. Ik bezocht Gerda en Ed vaak in de Koningstraat. Ed toonde me ook hoe hij vergrotingen maakte. Uit grote flessen met opgeloste ontwikkelaar en fixeer onder zijn arm vulde hij op goed geluk de baden. Onder de vergroter voerde hij met zijn handen een virtuoos vingerspel uit zodat ze haast op vlinders leken. Zo wist hij op een meesterlijke manier partijen in een foto al of niet meer belichting te geven. Zijn vergrotingen met auras van licht rond zijn hoofdpersonen zijn er ook zo uit te pikken. In Japan had ik hem een jaar daarvoor al bewonderd tijdens de opnames in de woonwijken van Tokio. Met een glimlach en een paar aardige complimentjes wist hij contact met mensen te maken om vervolgens hun spontane reacties vast te leggen met zijn Leica M2. We hadden altijd lange gesprekken over techniek. Zijn vrouw Gerda die mij altijd aangemoedigd had, moet dat wel eens verveeld hebben altijd 'shoptalk'. Haar aandacht ging dan maar liever naar hun zoontje Daan en dochtertje Tinelou.
Primitieve NTS televisie laat het afweten.
Mijn eerste gang was daarop naar het toenmalige NTS televisie centrum om de kosten voor mijn eerste TV item op te halen. Voor mijn vertrek uit Hong Kong had ik filmopnames gemaakt van de aankomst van St. Nicolaas in de haven van de metropolis. Ik verzond het per luchtpost naar de NTS en het werd onmiddellijk op TV uitgezonden in Nederland. Alleen ze betaalden mijn bescheiden onkosten van drie honderd gulden maar niet. Ik belandde in Hilversum in een gebouwtje dat voor een kantoortje doorging om polshoogte te nemen. Men was juist het programma van die dag aan het doornemen. Toen ik later zelf de gelegenheid kreeg om naar mijn nota te informeren werd er door Carel Enkelaar heel verbaasd gereageerd. Men dacht de film onder een gratis abonnement ontvangen te hebben zoals andere news items. Enfin onder veel gezucht en gesteun werd me dan toch het bedrag toegezegd. De film zelf kreeg ik nooit terug. Die was in de afvalemmer verdwenen. !
Om de montage zelf in de hand te houden schafte ik me een dure 16mm Siemens twee-band projector aan waarmee geluid en beeld kon worden gesynchroniseerd. In Japan had ik met een opwindbare draagbare bandrecorder opnames van de geluiden tijdens de scenes gemaakt en die wilde ik nu onder de beelden zetten. Na veel geploeter had ik twee films van een half uur elk klaar voor vertoning. Ik zond ze in naar het magazijn van de omroepen. Nadat ik er in maanden niets over hoorde wist Ed van der Elsken mij te introduceren bij Leen Timp, de echtgenoot van Mies Bouwman. Hij kwam bij mij de films bekijken, was er enthousiast over en zou ze aanbevelen. Hij hield woord. De NTS vertoonde ze in 1963. De AVRO bode wijdde er een uitgebreid artikel aan. De betaling was echter pover - rond Nf 1200 per deel van een half uur elk. Nauwelijks genoeg om maar een deel van de uitgaven te bekostigen. Tegenwoordig zou men daar zeker het vijftig-voudige voor neertellen. Maar ik was al blij dat mijn opnames vertoond werden. Ed van der Elsken had mij in Japan al verteld dat hij voor zijn reisverslagen die door de AVRO werden uitgezonden, bitter weinig betaald kreeg - iets meer dan honderd gulden voor het tien minuten durende item. Geen wonder dat hij zijn verblijf in Japan niet kon bekostigen.
Na de Japan afleveringen wist ik mijn documentaire over Hong Kong, met nadruk op het vluchtelingenprobleem, bij de VPRO te plaatsen. Ook al voor een schijntje. Men had ook wel interesse in mijn documentaire over Maleisië en Singapore.
Videoclip: Singapore film.
Bleef nog over de film die ik voor de Holland-Oost-Azië Lijn had gemaakt. Die film zou de aanloop worden voor een langere scheepsfilm over hun wereldwijde vervoersnet. Maar toen ik in Nederland arriveerde bleek hun belangstelling verflauwd. Zij zaten zelf in overname procedures. Al spoedig zou blijken dat de maatschappij onder die naam niet zou blijven voortbestaan en later werd overgenomen door de Nedlloyd.
Ik had ook contact opgenomen met Hans Götze, mijn klasgenoot, met wie ik al in de eerste oorlogsjaren had gebrainstormd met plannen voor een tekenfilm. We maakten met de pen op blank gewassen 35mm film tekeninkjes voor elk beeldje. Er waren er 24 voor elke minuut film nodig. Het werd geen succes - er ging te veel tijd in zitten. Toen ik Hans weer ontmoette was hij al een bekend fotograaf. We wilden nu samen een filmproductie bedrijf opzetten. Hans wist een order binnen te loodsen voor een film over bejaardengymnastiek. We maakten die en bleken goed met elkaar te kunnen werken. De oudjes bedreven enthousiast gymnastiek voor het oog van mijn camera. Helaas, het bleef bij deze ene opdracht. We wisten er niet meer binnen te halen. Hans vervolgde zijn carričre als fotograaf, gaf cursussen en schreef instructieboekjes. Hij stierf helaas jong in de jaren zeventig.
Bij de BBC en Shell in Londen
Ik deed nog verdere pogingen en bezocht met mijn films de BBC en Shell in Londen. Het mocht niet baten. Uit materiaal van mijn Japan films maakte ik een documentaire over 'Levende Tradities in modern Japan'. Een kopie van de film werd afgenomen door het Volkenkundig Museum van Rotterdam. Uit de zwart/wit opnames in een Japans Zen Boedhistisch klooster stelde ik ook een film samen over aspecten van religieuse tradities in dat land. Die film werd door Contemporary Films in Londen verhuurd - meest aan universiteiten.
Maar dit alles was toch niet genoeg om een inkomen te kweken. Ik dacht er nog over om naar de bank terug te keren. Mijn eigen bank zou fuseren met de Rotterdamse Bank en had weinig interesse meer in de overzese kantoren (wat hen later berouwen zou toen ze opnieuw vestigingen in het Verre Oosten wilden openen) Andere banken konden mij geen positie aanbieden waarbij mijn internationale ervaring meegenomen zou kunnen worden. Ik besloot het voorlopig maar als gezien te beschouwen en op een houtje te bijten.
SPANJE
Ondertussen ontmoette ik Cees André de la Porte die weer via zijn vader bij Merrem & La Porte was gaan werken als directielid. We kenden elkaar uit Epse waar hij evenals ik bij mijn tante Riet Drijver als paying guest gelogeerd had. We besloten samen een tocht door Spanje te maken met zijn Lancia auto. Voor mij betekende dit een gelegenheid om mijn verzameling kleuren 6x6 dias uit te breiden. Mijn broer Kees wilde ook wel mee aangezien hij de grotten van Altamira met hun beroemde tekeningen wilde bezoeken. We zetten hem af bij Barcelona om verder het binnenland in te reizen per trein. Wij zelf reisden door naar de Costa del Sol. Aan het strand van Fuengirola werden vakantiehuisjes voor Nf. 30.000 aangeboden, wat toen al geen geld leek. We reisden door naar Ronda, waar we een stierengevecht bijwoonden. Eens en nooit weer besloot ik na met afgrijzen de ongelijke slachtpartij te hebben aangezien. Daarna terug naar Nederland na nog de prachtige steden Cordoba en Sevilla bewonderd te hebben.
Mijn verhalen over onze tocht door dat heerlijke zonnige land hadden wel Spanje bij ons op de kaart gezet.
De zuster van mijn moeder 'Gré' en haar man 'Hill' Goedheer waren in de jaren vijftig geëmigreerd naar Mallorca. Ze hadden genoeg van Nederland. Het Baleaarse eiland was nog goedkoop in die tijd. Voor weinig geld kon men terrein kopen en een villa laten bouwen. Maar mijn oom en tante hadden toch de voorkeur gegeven om een woning in het idyllische Establiments te huren. Mijn tante was Jehova Getuige en verwachtte elk ogenblik de eindtijd. Zij wilde zich daarom niet vastleggen met aankoop van grond. Mijn moeder - een beetje depressief van de Hollandse winters - vond het leuk om in te gaan op hun verzoek om eens langs te komen. Het bleek haar eerste vliegtocht te worden want zo veel reisde men niet in die tijd (1962), alhoewel we wel in 1955 een tocht dwars door Europa hadden gemaakt, maar per auto.
YouTube clip 'Wir fahren durch Deutschland nach Italien in 1955' (klik)
Een landhuis op Mallorca
Bij aankomst bleek dat oom Hill zelf een landhuis met 4400 m2 grond voor Nf. 30.000 ons te kunnen aanbieden. Hij had er zelf een optie op genomen, maar gezien de eindtijd, nooit kunnen beslissen. Het was mooi gelegen in Son Anglada, een gehucht bij Palma, met een prachtig uitzicht op een rivierdal. Maar we wilden eerst nog eens rondkijken naar andere aanbiedingen. We lieten ons overal heenrijden, maar moesten tenslotte toch tot de conclusie komen dat Hill's aanbieding nog het beste was. Ik wilde wel de boerenhoeve drastisch laten verbouwen. Het uitbreiden met terrassen, twee badkamers, keukens, etc. etc. Daarvoor was een mannetje, Juan, beschikbaar. Een Jehova Getuige zo waar, of misschien zo voor de gelegenheid? Met zijn uurloon van 5 pesetas - een kwartje - kon het nooit duur worden. Nadat ik een ontwerp had getekend van mijn uitbreidingsplannen keerden we terug naar Nederland.
Toen we zes maanden later terugkwamen was de verbouwing nog steeds niet af ondanks het feit dat Juan er nog vier man bij in dienst had genomen. Ik kreeg ook een stapel gekrabbelde bonnetjes met materialen waarvoor je wel drie landhuizen had kunnen bouwen. Tenslotte bleken de totale kosten vier maal zo hoog te liggen dan ik verwacht had.
YouTube clip (klik)
Zonnig Alicante (1963)
Tegen die tijd lazen we ook advertenties in de Telegraaf waarin flats voor Nf 8000 in "Zonnig Alicante" werden aangeboden. Onroerend goed op Mallorca was fors in prijs gestegen. Met de Goedheers besloten we eens een kijkje in Alicante te gaan nemen met de veerboot. Het weer zou in de 150 km ten Zuiden van Valencia gelegen havenplaats veel beter dan in Mallorca zijn.
Aangekomen lieten we ons door een Nederlandse makelaar de aangeboden flats tonen. Weliswaar met 4 kamers, maar benepen. Veel Nederlanders hadden gebruik gemaakt van de aanbieding. Een heel gebouw aan een snelweg bij vliegveld Rabasa werd door hen bewoond en ook beheerd door de bemiddelaar, de heer Kieviet. We besloten ons in te laten schrijven voor een flat, weliswaar in een ander gebouw, in Colonia Santa Isabel, via de Spaanse administratie voor Nf.9000. Je kon die zelfs nog op afbetaling kopen !
YouTube clip Colonia Santa Isabel
Bij bezoek in het volgende jaar waren we ook benieuwd naar wat er nog meer aangeboden werd en gingen met spaanse makelaars op stap. Dat resulteerde in een bezichtiging van Aptos Niza in San Juan. Er werd een royalere flat ook op afbetaling aangeboden voor een Nf. 12.000. Ook op die ingeschreven.
Tenslotte stuitten we op de spoedverkoop van appartementen van een riant gebouw aan de Playa de San Juan, Flamingo genaamd. Die flats hadden een luxueusere inrichting en boden een prachtig uitzicht op het 6km lange zandstrand en het gebergte. Ook daar kocht ik er een van voor Nf.25000. Zo verankerden we ons tenslotte in Alicante.
YouTube clip My mother visits Alicante
Terug op Mallorca
Het landhuis op Mallorca was een blok aan het been geworden, ook al omdat de kosten veel hoger lagen dan beraamd. Daarbij kwam dat je een landhuis niet zo maar onbeheerd achter kon laten. Ik besloot het te verkopen want het voldeed toch niet aan de verwachtingen. Toen bleek het landhuis niet overdraagbaar te zijn want mijn oom had het deels in de naam van zijn minderjarige kleinzoon laten zetten en onder Spaanse wetgeving kan je geen bezit van kinderen vervreemden. Ook daar paste ik een mouw aan. Ik verkocht het op afbetaling aan de eigenaresse van een motorjacht, mevrouw van Delden, die het als rustoord en pied ŕ terre wilde bestemmen voor haar luxe zeiljacht. Zodra de kleinzoon van de Goedheers meerderjarig zou worden zou het bezit aan haar worden overgedragen.
YouTube clip Casa Romantica (klik)
Inmiddels in Amsterdam
Mijn moeder was onderwijl begonnen met de verhuur van de lege expositieruimte als woning. Mijn broer woonde met zijn vrouw Emmy in het oude huurhuis aan de Jacob van Lennepkade 59. Toen hun kinderen, Yvette en Eyco, op begonnen te groeien wilden ze eigenlijk liever dichterbij het Vondelpark en scholen zitten. Aangezien wij lange tijd in Spanje doorbrachten leek een ruil voor de hand te liggen. Dus verhuisden mijn moeder en ik in 1964 terug naar het oude huis aan de van Lernnepkade. Ik had ook al een auto voor ons gekocht: een oude Mercedes Benz, groot genoeg om de beelden van mijn broer te vervoeren. De auto begaf het al gauw en besloten we op een nieuwe Volkswagen, toentertijd heel populair, in te schrijven voor zo'n vier duizend gulden.
Familiebezoek Vondelpark (klik)
Subud
Subud, waar ik in het Verre Oosten kennis mee had gemaakt, had in de tussentijd voet aan de grond gekregen in de Westerse wereld. In Nederland in 1957. In Amsterdam konden we het gymnastieklokaal van de Spieghelschool op de Overtoom huren voor de latihan oefeningen.
Ik bezocht in Engeland met de Mercedes Coombe Springs, het hoofdkwartier van de beweging daar. J.G.Bennett, een natuurkundige en filosoof, die eerder een prominent figuur in de Gurdjieff beweging was geweest had daar de leiding. Ik maakte kennis met een bont aantal figuren, met wie ik later nog contact heb onderhouden. Eén lid wilde een wereldwijde filmmaatschappij oprichten. Hij was geďnteresseerd om mijn documentaires daarin op te nemen. Daar bleef het bij, want van enige verdere stappen hoorde ik nooit meer.
Ook in Nederland kwam ik via Subud in contact met Nederlandse Subud geďnteresseerden, meestal van de jongere generatie, alhoewel er ook een rechter bij was. In die tijd was er weinig aandacht voor oosterse bewegingen. De goeroes moesten nog hun entree in Europa maken. Alleen hatha yoga, westerse soefi's en oudere bestaande verenigingen als Theosofie, Anthroposofie, Rozenkruizers, etc. deden van zich horen.
Toch bleef het aantal Subudleden bescheiden - een twee honderd in geheel Nederland. Die leden brachten me wel weer in contact met kringen, gedachtengoed en milieus waarin aspiraties naar een nieuwe tijd opgang deden.
In 1964 verscheen een uitgebreid interview met mij in de Haagse Post en mijn pogingen om Subud in Nederland te verbreiden. In 1964 bezocht Pak Subuh de Nederlandse groepen in den Haag en Eindhoven.
YouTube clip van dit bezoek (klik).
Apartamentos Flamingo
We begonnen al aardig in Alicante in te burgeren in onze flat aan het strand. Er was een centrale verwarming beloofd. De flats waren ook met radiatoren uitgerust. Alleen werden ze niet warm in de winter in de meeste appartementen. Maar in een paar flats waren ze gloeiend heet. De portier moest de ketel opstoken met amandeldoppen. Kennelijk werkte de circulatie niet goed. Wat er ook gesleuteld werd de CV heeft nooit gewerkt. Tenslotte gooiden de meeste bewonders de handdoek in ring - zaagden de radiatoren weg en schaften zich maar een butagas verwarmingstoestel aan. In de winter kon het nog behoorlijk koud worden en de wind joeg door alle kieren van het huis. Een hoogtepunt was elke morgen de uitzending van Radio Nederland Wereld Omroep die begon met klokkengelui en 'Merck toch hoe Sterck'. Tijdens de uurlange uitzending werden ook bekende Nederlanders aan het woord gelaten. We hoorden een jonge Jos Brink, genoten van Karel van het Reve die Nederlandse toestanden en kringen afkraakte en wat verder Nederlanders 'in de vreemde' mocht interesseren. Bezoek van mijn broer en kinderen aan Aptos Flamingo in 1964.
De zwerfkatten van Alicante
Toen ik op een middag terugkwam uit de stad hoorde ik een klagelijk gejank. Een piepklein poesje scharrelde onder het gebouw. Het katje was kennelijk door de moeder in de steek gelaten, het jankte van de honger. Ik besloot het beestje naar onze flat te brengen. Mijn moeder ontfermde zich onmiddellijk over het kleine diertje. Het bleef maar melk lebberen en vlees eten. Toen stonden we voor het dilemma wat moesten we met hem aan? Mijn moeder kon het niet over haar hart krijgen hem aan zijn lot over te laten. Dus besloten we hem maar te houden. Mijn moeder doopte hem Piet, want ze had opgemerkt dat katten zo een kort naampje goed herkenden. We hadden al een zwak voor katten gehad. Voor de oorlog zag mijn vader er brood in om Angora poezen te fokken. Af en toe als er weer een nest was zette hij een advertentie en raakte ze warempel nog kwijt ook.
Ik kreeg het adres door van iemand die geďnteresseerd was in Subud. Ik ging hem opzoeken. Het was een oud baasje, Leandro Getino Casin, die een gezondheidsvoedingwinkeltje, Casa Santiveri, dreef in de Calle Garcia Morata in Alicante. Hij was een ijverig pendelaar. Spaanse vrouwen die vertrouwen in hem stelden gingen bij hem op consult. Hij legde dan een afbeelding van het menselijk lichaam op tafel en hield daar zijn pendel boven. Al spoedig wees de pendel in de richting van het orgaan in het lichaam op de afbeelding, dat kuren vertoonde. Daar was zeker wel een van zijn gezondheidsmiddelen voor aan te bevelen. Met mijn weinige Spaans begreep ik dat Getino bereid was met mij wekelijks een Subud latihan te doen in een klein alkoofje achterin de zaak. En zo bezocht ik hem wekelijks om de geestelijke oefening te doen een paar winters lang. Later kwam er ook nog een sport-instructeur bij. Maar veel voortgang zat er niet in ons treffen, totdat iemand van een esoterisch groepje, dat in het verborgene bijeenkwam, er lucht van kreeg.
Zaterdagmiddagbijeenkomst bij Guillermo
Dat groepje was ontstaan in een boekwinkeltje. De eigenaar wist dat bepaalde van zijn klanten interesse hadden in occulte literatuur en bracht hen met elkaar in contact. Spil was Guillermo Schneider Martin die in de Calle San Carlos woonde. Het was een sympathieke oudere heer van half Duitse en half Spaanse komaf. Hij was met zijn Duitse vrouw al sinds begin van de Tweede Wereldoorlog woonachtig in Alicante, gevlucht uit Nazi-Duitsland. Discreet verzamelde hij belangstellenden in spirituele stromingen om zich heen. Het waren meest jonge mensen van in de twintig, die wel wilden kennisnemen van wat er op esoterisch terrein buiten Spanje zich afspeelde, maar verboden was onder het Franco regime. Toen ze er via mij ook over hoorden wilden ze de Subud latihan gaan beoefenen. Er waren onder andere een guitaarleraar, een docent filosofie en diens vader, een bekend Spaans schilder Manuel Baeza, bij. In de tijd dat ik Baeza kende steeg zijn ster en werden zijn schilderijen gezocht, vooral na zijn dood. In 1967 had hij al een opdracht uitgevoerd voor een muurschildering voor het nieuwe vliegveld. Hij had de archeologische vondst Dame de Elche als onderwerp genomen. Hij was zo begaan met Subud dat hij het Subud symbool in een wandschildering opnam opdat alle aankomende passagiers er kennis van konden nemen. Later bracht hij het Subud symbool ook nog eens aan op wolkenkrabber Gran Sol bij de haven. Ik sloot me bij het groepje aan en bezocht hun zaterdagmiddagbijeenkomsten regelmatig als ik in Alicante was waarbij ook de Subudlatihan werd beoefend.
Contacten in Alicante
Ook de zuster van mijn moeder en haar man Hill Goedheer hadden in Alicante een flat aan de Avenida de Denia gekocht. Dat was wel gezellig voor mijn moeder. Ze kwamen wekelijks op bezoek. We reden dan het achterland in met de Ford Cortina en wandelden er wat af.
Clip: wandelen in Albufera (klik)
Als ze ons bezochten werd er een kaartje gelegd onder muziek van de LP's die ik op een platenspeler en versterker afspeelde. De Spaanse radio was niet aan te horen en de TV niet te ontvangen, noch aan te zien.
Bezoek van de familie van mijn broer (klik)
Mijn broer en schoonzuster kwamen vaak tegen de Kerst met de auto naar ons afzakken. Ook dan werden weer allerlei tochtjes gemaakt. De natuur was het mooist in januari/februari als de amandelbomen in bloei stonden. we gingen dan de dalen in het gebergte rond Quadalest bewonderen.
Amandelboomgaarden in bloei (klik)
Op een avond werden we vergast op een bezoek van een nicht van ons met haar moeder, die we nauwelijks kenden. Ze waren Nederland ontvlucht en hingen een onsamenhangend verhaal op over hun komst. De volgende dag gingen we met hen een te huren flat zoeken. Ze vonden die in Aptos Panorama in Albufera. Later verhuisden ze naar een mooiere flat aan zee. Toen wij naar Nederland wilden reizen tegen de zomer, boden ze aan om mijn kleren zo lang te bewaren, aangezien we onze Flamingo flat wilden verhuren. In de zomer was er altijd grote behoefte aan flats en liepen de huurprijzen tot het viervoudige op. Teruggekomen uit Nederland meldden we ons weer bij onze nichten. Maar een nors utziende Spanjaard opende de deur van hun flat. Hij wilde niets zeggen over onze nichten en van achtergelaten kleren wist hij niets af. De nichtjes waren even miraculeus verdwenen als ze gekomen waren. Later hoorden we via via dat ze in Zwitserland terecht waren gekomen. Ze stierven daar ook jaren later.
Af en toe brachten we een bezoek aan An van der Scheer, de moeder van een Subud lid. Ze had een bungalow laten bouwen bij Villajoyosa in het binnenland. Haar man stierf toen zij het huis gingen betrekken. Nu zat ze daar in haar eentje omgeven door antieke meubeltjes uit Nederland. Zo zaten er veel oudjes te vereenzamen aan de Spaanse kust. Ze kwamen uit alle windstreken van Nederland, hadden ieder een eigen geschiedenis en familie achtergrond. Een diepe verstandhouding kon zich moeilijk ontwikkelen tussen hen. Ging men met een Telegraaf aan een boulevard zitten dan was er al gauw contact met een onvermijdelijke landgenoot gemaakt om nieuws uit te wisselen. Het mooie weer was altijd onderwerp van gesprek, of wat er nog aan levensmiddelen voor Nederlandse gerechten verkrijgbaar waren. Dat was bitter weinig. Ze waren schaars en duur. Iedereen sleepte daarom zo veel mogelijk typisch Nederlandse levensmiddelen uit Holland mee. Er werd ook veel buiten de deur gegeten want dat was spotgoedkoop.
Ook de woningmarkt ging veel over de tong. Die was indertijd spotgoedkoop. Veel vertier was er niet. Haast niemand van de Nederlanders had televisie (met antenne op het dak of balkon. Nederland was niet te ontvangen en de spaanse zenders waren niet om aan te zien.
Er waren Nederlandse entrepeneurs die hier hun tent opsloegen. Zo was er in onze tijd een makelaarsduo actief met oud Olympisch kampioen Harro Ram. Zij stichten een dorp: Coveta Fuma. Ze vergaloppeerden zich vaak, lieten een bungalow bouwen op het verkeerde perceel grond en zo. Ze gingen daarom veel over de tong. Zij waren onroerend goed pioniers. Er zouden nog velen volgen, vaak met desastreuze gevolgen.
IJsbrand verdiepte zich nadien in talloze activiteiten. Stimuleerde de groep Subud, die zich over de gehele wereld verbreid had. Leerde Tai Chi onder John Yalenezian in de jaren zeventig. Dook in het fenomeen paranormale stemmen die zich in de ruimte manifesteerden bij medium Leslie Flint en schreef daar een boek over: 'Dood geen einde'. In 1986 schafte hij zich een computer aan. Toen internet beschikbaar werd begon hij een website in 1996 'Man and the Unknown'.
Nadat zijn moeder in 1979 stierf aan borstkanker bezocht IJsbrand zijn vriend en collega Hans Brinckmann en zijn vrouw Toyoko in 1980 in New York en maakte daar filmopnames. Vervolgens raakte hij bevriend met Ton Alexander Wichmann. Reisde met hem door Europa en daarna naar het Verre Oosten, Australië, Mexico en Amerika, tot Ton stierf aan huidkanker in 2006. IJsbrand maakte daarna 6 cruises alleen naar Scandinavie, Spitsbergen, IJsland, Groenland, Canarische eilanden en Schotland van 2006 tot 2011. Daarna was het welletjes en ging hij op zijn lauweren rusten toen hij tachtig geworden was. Alhoewel zijn lichaam begon af te takelen bleef zijn geest helder, ook omdat hij nooit geroken en gedronken had. Ook hield hij zijn Subud meditaties bij die hem steeds meer naar zijn innerlijk voerden. Zijn filosofische overdenkingen vonden hun weg naar zijn website. Alhoewel het reizen er op zijn 93ste jaar niet meer bij zit ontvangt hij regelmatig familie, vrienden en bekenden uit het verleden. Leest drie kranten en (meest) geschiedkundige en beschouwelijke boeken. Zet zich ook in voor het fenomeen 'awakening', d.w.z. de spontane spirituele ervaring SSA, die hij zelf 70 jaar geleden meemaakte en zijn verdere leven bepaalde. Hij meent dat bekendheid daarmee het ervaren van dat verschijnsel tot een grote verrijking kan leiden.
Op het web sinds augustus 2016. Laatste update 9 februari 2023
Heeft u nog herinneringen/foto's/films die aan deze autobiografie kunnen bijdragen ?
Ik zal ze graag van u horen/zien. Email naar manandu @ xs4all.nl, maar laat de spaties in het adres weg.