De W E R E L D E N van I J S B R A N D |
IJsbrand's overplaatsing naar Kobe in West-Japan, is een van die lucky breaks in zijn bank carrière. Van een uitzichtloze positie in Tokyo naar een omgeving, die veel meer rust, mogelijkheden en contacten bood, al was het alleen al de riante behuizing die hem te wachten staat.
Evert Veldhuyzen staat aan het hoofd van zowel het kantoor Kobe als Osaka. Hij rijdt in intervallen tussen de beide kantoren, of liever hij laat zich door zijn chauffeur rijden, want zelf is hij een brokkenpiloot. Evert is echt een type. In wezen is hij een gevoelig mens. Tijdens zijn stationering in India was hij geraakt door de armoede die hij daar om zich heen zag. Maar in een macho-maatschappij wordt dat deel van hem verdrongen achter een cynische buitenkant. Dat resulteert in een spanning die hij met medicamenten te lijf gaat. Tijdens een gesprek kan plotseling een vreemd belletje rinkelen. Het is afkomstig uit zijn multifunctionele polshorloge dat hem waarschuwt dat het weer tijd is voor de zoveelste pil.
Ook voor Veldhuyzen is de aankomst van een nieuwe tweede man een spannend moment. Hij is behept met sympathieën en antipathieën, naar gelang de ander mee-acteert in zijn drama. Dit is een kolfje naar IJsbrand's hand, die vaak gauw aanvoelt hoe hij het moet spelen.
'Veld', zoals hij in de wandel genoemd wordt, leeft in een voortdurende vete met de directie op het hoofdkantoor. Hij houdt van de jacht, althans hij heeft een jachtgeweer vaak op kantoor klaarstaan. Wordt zijn gemoed verhit dan pakt hij dat en richt het op de grote foto van het Amsterdamse hoofdkantoor aan de wand tegenover zijn bureau, en paft de directie in gedachten voor hun bliksem. Voor IJsbrand is niets te gek.
Hij zal het meest te maken krijgen met de collega die hij gaat vervangen, Hans Brinckmann. Hij had hem al eens jaren geleden leren kennen toen Hans op doorreis HongKong aan deed. Hij vond hem toen aantrekkelijk. Ook nu klikte het tussen hen en al gauw hoorde de nieuwkomer alle ins and outs van zijn toekomstige post. IJsbrand zal tot procuratiehouder benoemd worden en belast met de leiding van het hele kantoor bij Veld's afwezigheid. Vaak stormt die toch het kantoor binnen na een slapeloze nacht gedreven door een geniale inval. Een raak antwoord op een brief, een manier om een kwestie aan te pakken, of een wijze om de directie klem te zetten, dat alles komt er in een opwelling uit.
Onder hem komen te staan Henk Steenbergen, een joviale kerel, waarvan men echter niet al te veel hoogte krijgt, en een eigen leventje leidt. Tenslotte is er Gerrit Verschoor, die voortdurend aan een sigaretje trekt en wiens grote passie fotograferen met een Leica is. Helaas heeft nog nooit iemand de kwaliteit van zijn camera aan zijn resultaten af kunnen zien.
Zoals Hatakenaka in Tokyo de liaison officer is, zo is I. Waimatsu dat in Kobe. Hij is wat volkser dan H. maar een grote steun voor iedereen. Personeels- en andere zaken worden over hem geleid. Hij is al op leeftijd. Om zijn gewrichtspijnen te verzachten laat hij zich af en toe door een acupuncturist behandelen die naalden in hem zet met daarop gloeiende bolletjes.IJsbrand's Japanse rechterhand zal de pientere klerk Yokoyama worden. Al het typewerk gaat naar Okurasan, die het niet erg vindt dat veel daarvan privé is. Zo werken er in totaal een vijftig mensen op het bijkantoor.
Voorlopig trekt IJsbrand in Henk Steenbergen's villa in Tarumi, aan de Osaka Bay buiten Kobe. Hij heeft een leuke jonge Japanner Okamurasan als bediende. Het wachten is op het vertrek van Veldhuyzen uit zijn riante villa in de forensenwijk, James Estate, in Shioya, buiten Kobe. Hij wil een huis betrekken tegen de voet van de helling van Mt. Rokko.
IJsbrand is zeer onder de indruk van de prestaties van Hans op kantoor. Hij beantwoordt niet aan het doorsnee type Nederlanders dat weinig interesse heeft in culturele en religieuze aspecten van het land. Met hem kan hij een intelligente conversatie voeren. Hans heeft ook literaire ambities, dat is wel aan zijn reportages af te zien. IJsbrand ziet wel dat hij nog veel van hem kan opsteken.
Op 'Veld's villa, elf kamers groot, loopt nog een lang huurcontract. De bank wil dat met al het meubilair overdoen. Daar is al een gegadigde voor, maar oh wonder, deze trekt zich terug en er blijft niets anders over dan dat IJsbrand het contract op vorstelijke wijze uitzit. De prachtige villa ziet er in zijn ogen geweldig uit, gewend als hij was op één kamer te bivakkeren. Het kan hem nooit groot genoeg zijn. Nadat hij in Hong Kong haast zes jaar lang samen met anderen op een flat had gehokt lokt het hem toe om nu eindelijk eens op zichzelf te zijn.
Hans Brinckmann woont in een Japans huis in Ashiya, met zijn vriendin Takako. Het is heel gezellig met zijn houten bekledingen en 'hibachi', de uitsparing in de vloer waar men koude voeten bestrijdt met een houtskoolvuurtje. Het is heel kunstzinnig in een Japanse sfeer ingericht. Hans toont daarmee zijn affiniteit met de Japanners, spant zich in om hun taal goed te leren kennen en ook schrijven. Hij trekt er veel op uit om het land te verkennen.
Weinig van de bankmensen hebben hier een auto. De invoerrechten zijn schreeuwend duur, hetgeen dit vervoermiddel echt tot een luxe artikel maakt. Een andere overweging is dat de wegen zo allerbelabberdst zijn, vol met gaten, dat het rijden geen pleziertje is. IJsbrand denkt er ook niet over om daar zijn geld aan te verpesten. Er is een vrij uitstekend treinennetwerk door het land, en... de treinen lopen stipt op tijd! Zo treint IJsbrand dagelijks naar kantoor en terug naar zijn woning op een tien kilometer afstand. In spitsuur is moet hij zich laten welgevallen half geplet tussen de mensen, vaak half hangende, zijn einddoel te bereiken. Na afloop kan hij bijkomen tijdens een idyllische wandeltocht langs de paden omhoog die leiden naar zijn huis.
De bagage uit Tokyo is aangekomen, maar nu doet het probleem zich voor dat men in West-Japan 60 Hertz 110 Volt wisselstroom heeft (en 50 Hertz in Tokyo). Dat brengt met zich mee dat apparaten veel sneller lopen hetgeen voor bandrecorders niet aan te horen is.
Er is voor een bediende voor hem gezorgd. Een oudere Chinees, heel beleefd, alleen één zwak, de drankfles. Soms, als hij te diep in het glaasje heeft gekeken, waggelt hij in een roes langs de lange gangen van de villa.
Al spoedig wordt een uitje naar het eiland Awaji in de Inland Sea georganiseerd. Dat is de geboortegrond van hoofdklerk Waimatsu waar hij graag het peroneel mee naartoe neemt. De Bolex gaat natuurlijk mee. Er is een dankbaar onderwerp: Bunraku, een poppenspel onder leiding van een beroemd poppenspelleider. IJsbrand gaat zijn nieuw in Hong Kong gekochte zoomlens hier op uitproberen.
Video clip: Een uitje met het personeel (klik)
Veel tijd om zich in te werken is IJsbrand niet gegund. Hans Brinckmann zal al over twee weken met verlof gaan. Dan moet hij het zelf verder rooien.
IJsbrand voelt zich voldoende thuis en verzekerd van een inkomen dat hij zich een nieuwe Yamaha pick-up en versterker aanschaft van zijn jaareinde gratificatie. Daarnaast laat hij zich een enorme 4-luidspreker bass-reflex kabinet bouwen. Het klinkt allemaal prachtig in zijn nieuwe omgeving en wat ook geldt: hij wordt niet door buren gehinderd.
Hij begint ook weer met Japanse lessen, maar schiet er niet veel mee op. Veel verder dan interessante gesprekken met leraar Inoue over Japanse gebruiken komen ze niet. Hij heeft moeite er niet bij in slaap te vallen. Zijn hoofd staat er niet naar om er woordjes in te gaan stampen. Enfin, het heeft dit voordeel dat er nu op zijn conduite aangemerkt kan worden dat hij Japans studeert.
Over beoordelingen gesproken, de tijd is weer aangebroken dat de manager zijn rapportje over de stafleden naar de directie zendt. Veld kan, of wil niet typen, dus het wordt aan zijn tweede man uitbesteedt, die daarmee inzicht krijgt over wat hij van iedereen denkt. Over IJsbrand schrijft hij dat het nog te kort is om over hem te oordelen maar dat de eerste indruk 'bepaald gunstig' is. Zij delen in elk geval één ding, hun afkeer van de hysterie van collega Alberts in Tokio !
Men heeft weinig fiducie meer in de toekomst van de bank. Zaken gaan slecht. Japanse banken hoeven hun zaken niet meer via buitenlandse banken te leiden, dus die business missen ze ook al.
Er is voortdurend geharrewar met de directie in Amsterdam over de hoogte van de salarissen. De Nederlandse staf klaagt niet rond te kunnen komen. Er worden persoonlijke begrotingen door elk staflid opgemaakt, die schromelijk overdreven zijn, althans wat IJsbrand betreft, want sommige opgevoerde kosten zijn voor cocktail parties die hij nooit gehouden heeft.
Veld schept er groot genoegen in om slimme brieven naar Amsterdam te schrijven. IJsbrand leert veel van hem, vooral om de inhoud van brieven te laten rijpen door er een nachtje over te slapen en steeds maar bij te schaven tot ze zo perfect in elkaar zitten dat zowel bij een afwijzend, als een goedkeurend antwoord voordeel wordt behaald.
Zondags gaat IJsbrand per trein naar Kyoto. Dat is op zichzelf al een hele bezoeking, want het kost drie uur van zijn tijd heen en terug. Hij bezoekt een paar toeristische plaatsen, maar wordt niet graag onder de voet gelopen door Japanse toeristen. Een auto zou wel uitkomst brengen, vooral ook omdat je die nog overal kan parkeren.
.IJsbrand heeft ook een goed contact met Nico van Zelm, de kanselier van het consulaat. Die geeft wel eens Engelse lessen aan Japanse studenten. Dat trekt IJsbrand ook wel aan maar hij wil er een levensbeschouwelijke 'twist' aan geven. Zijn woning leent er zich uitstekend voor - dit had hij in Hong Kong nooit kunnen doen. Hij beschouwt het allemaal als een onderdeel van zijn 'levenstaak'.
Allereerst nodigt hij Subudlid Tatebe en zijn vrouw uit om te komen logeren. Tetsuya lijdt nog steeds aan TBC, misschien dat een rustig buitenleven hem goed zal doen.
Zijn Chinese bediende blijft een bron van ergernis. Als die weer eens stomdronken tevoorschijn komt, ontslaat hij hem. Hij had hem al lang gewaarschuwd.
In zijn plaats kan hij de leuke jongen aantrekken die bij Steenbergen diende. Okamurasan met zijn vrouw trekken nu in de bediendevertrekken. Zij hebben eigenlijk een luizenleventje. Hij kookt uitstekend en weet IJsbrand's hart te stelen met heerlijke taarten.
Uit Londen ontvangt IJsbrand van zijn favoriete boekwinkel Watkins: 'Answer to Job', van Jung, 'The Initiate' van Cyril Scott en Colin Wilson's 'The Outsider'.
Uit Nederland hoort hij dat Cees André de la Porte, met wie hij zo een goed contact had op de Lijstert in 1946, zich verloofd heeft met Anneke Quarles van Ufford, een freule, geheel in zijn stijl.
Rofé bericht dat op Cyprus een Subud groep is gestart met Ronimund von Bissing, Raymond Starr, een rechter en anderen als lid. Husein's einddoel is echter Engeland.
Kees stuurt hem vanuit Amsterdam zijn 16mm films toe om te monteren. Zij ademen zijn somberheid en die van een grauw Amsterdam. Hij legt uit dat hij de havenkant en spoorwegemplacementen opzoekt omdat die in een grijs waas zijn stemming uitdrukken. Zij corresponderen uitvoerig over psychologische en filosofische problemen.
In mei (1956) heeft IJsbrand zijn eerste studenten bijeenkomst thuis. Ze tonen een grote belangstelling voor ontwikkelingen in het alternatief denken in de trant van Jung, Ouspensky, Theosofie e.d. IJsbrand wil ze geen richting opsturen maar hun een gelegenheid bieden onder elkaar te praten over de zin van het leven. Maar alle begin blijkt moeilijk. Zij moeten ten eerste in de hun vreemde taal Engels converseren over onderwerpen waar ze niet thuis in zijn. IJsbrand krijgt de indruk dat ze weinig begrijpen van wat hij zegt.
De studenten zijn straatarm en moeten van een tachtig gulden per maand zien rond te komen. Als ze van de universiteit afkomen zijn ze 22 en moeten dan een baantje zien te vinden waarin ze rond f 120 p.m. verdienen. In latere bijeenkomsten voegen zich een acht meisjes studenten bij de groep.
Tatebe is al weer terug naar Tokyo waar hij in een ziekenhuis verder moet kuren voor zijn TBC. IJsbrand ondersteunt het gezin financieel.
Alsof hij al niet genoeg hooi op zijn vork heeft genomen schrijft IJsbrand zich in bij Tape Respondents International, die uitwisseling van geluidsbanden tussen mensen over de hele wereld op hun eigen interessegebied bevordert. Hij noemt zich nu Keith omdat buitenlanders moeite hebben met het uitspreken van 'IJsbrand' en die niet kunnen herinneren. In Hong Kong had hij zijn naam al eens omgedoopt naar Corney, maar nadat hij ontdekte dat een corny joke een grap met een baard was, leek hem dat toch geen goede keus.
Hij heeft al een bandje van een in Zen Boeddhisme geïnteresseerde Amerikaan ontvangen en iemand die Krishnamurti persoonlijk gekend heeft. Ook is er een Mr. William Furr van de Teleological Foundation die beweert veel van het menselijke lichamelijke als geestelijke falen recht te kunnen zetten via een schriftelijke cursus. IJsbrand laat zich inpalmen door de Amerikaanse sales talk!
Terwijl hij zo bezig is kruipt er een centipedes duizendpoot van een tien centimeter lengte langs zijn voeten. Hij heeft ook wel eens bezoek gehad van een reuzenspin - daar moet je echt niet van opkijken.
IJsbrand nodigt een aantal klerken van kantoor uit om kennis te maken met zijn nieuwe onderkomen. De arme drommels kijken hun ogen uit. Alom verbazing - dat iemand alleen in een villa met elf kamers kan wonen is voor hen onbegrijpelijk. In zo een ruimte wonen normaliter een 75 Japanners ! Zelf hokken de klerken met hun gezin in één of twee piepkleine kamertjes, waar ze zich wenden noch keren kunnen.
IJsbrand bruist van ondernemingslust. Hij wordt door een grote drang gestuwd om zijn ideeën wereldkundig te maken, zeker wat Japan betreft. In het buitenland schijnt men het interessant te vinden om contact te hebben met iemand in een exotisch land als Japan, die bovendien Engels kent.
Hij schrijft ook brieven naar kranten over allerlei onderwerpen en neemt deel aan een debat over godsdienstige onderwerpen aan de universiteit van Kobe.
Hij reageert op een advertentie van een bijbelgenootschap in de Mainichi Shimbun waarin beweert wordt dat de evangeliën door de apostelen geschreven zijn. Later bezoekt hij de missionarissen, die de advertentie geplaatst hebben thuis. Het debat met die 'herboren' Christenen blijkt al bij voorbaat een verloren zaak.
Uit Nederland ontvangt hij nog steeds de traditionele Hollandse lekkernijen: drop, stroopwafels, en Haagse hopjes. Van zijn kant stuurt hij regelmatig geld naar hen. Daarvan wordt het huis in Amsterdam opgeknapt, apparaten aangeschaft, zoals een Braun radio/gramofooncombinatie voor f 612. Kortom een bodemloze put.
Hij laat ze ook een Teleologische cursus van Furr sturen, die op hun overkomt als een typisch Amerikaanse 'Hoe word ik een succes' aflevering. Ze vinden het onbegrijpelijk hoe hij zoiets anderen opdringen kan. Zij geven liever de voorkeur aan iets diepzinnigers, zoals de I Ging, het boek der veranderingen.
Kees heeft de handdoek in de ring geworpen wat betreft zijn opleiding op de Rijksacademie. Het is zomer. Hij koopt een fiets voor f 140.- en gaat daarmee naar de Belgische Ardennen. Is alweer snel terug omdat hij minachtend behandeld werd bij de jeugdherberg omdat hij geen pyama en lakens bij zich had. Hij gaat daarna maar liften naar Parijs, waar hij zijn hart aan heeft verpand.
De zuster van moeder, Rens, nooit vies van iets nieuws, laat zich porren om corsetten bij boeren te gaan verkopen. Zij hoopt daarmee genoeg te verdienen om autorijlessen te kunnen nemen. Ze geniet van de gesprekken met het boerenvolk.
Iedereen wil er iets bij verdienen. Kees wordt krantenbezorger bij De Tijd à tien gulden per week. Een paar maanden later heeft hij er al genoeg van. Van het geld dat IJsbrand hem stuurt koopt hij voor f 95.- een Ciné Kodak model B 16mm camera en koopt daar bij Gemmeken oude Bauchet films voor à f 7,50. Daarna reist hij naar Oostenrijk en Venetië en maakt een filmverslag.
Op 22 augustus is Hans Brinckmann alweer terug van zijn verlof in Europa. Hij is bevorderd tot sub-manager van het drukke Osaka kantoor. Hans blijft bij IJsbrand logeren totdat hij een geschikte woning en bijpassende bediende heeft gevonden. Het hectische werk in Osaka valt hem bitter tegen. IJsbrand had ook die functie kunnen innemen, maar had daar voor bedankt.
Onder het Nederlandse personeel is alom somberheid over de toekomst. Iedereen verwacht elk ogenblik een aankondiging dat de bank overgenomen, zo niet opgeheven zal worden. IJsbrand solliciteert tevergeefs bij de Malayan Film Unit naar een baan.
Het kantoorpersoneel heeft weinig notie van deze spanningen. Ze gaan met zijn allen op een gezamenlijk uitje met de bus. Er is een lichamelijke reden dat IJsbrand daar tegenop ziet. Tijdens de urenlange rit moet hij zijn plas ophouden. De bus maakt wel sanitary stops maar het is hem fysiek onmogelijk om staande in een rijtje langs de weg een plas te lozen. Bij aankomst weet hij niet hoe gauw hij het toilet moet zoeken!
Een andere bezoeking is dat er door het personeel liedjes gezongen worden en stukken uit Kabuki of andere stukken gedeclameerd worden. Van hen wordt hetzelfde verwacht, maar Hans en hij hebben niets bij de hand en kennen nauwelijks de tekst van een willekeurig Nederlands liedje.
Eenmaal aangekomen gaat het personeel in een gemeenschappelijk poedelnaakt bad, gevolgd door een maaltijd met zang en dans. Dat laatste door het Japanse personeel. De onvoorbereide Nederlandse staf moet verstek laten gaan want het heeft geen enkel komisch stukje of dans ingestudeerd.
Thuis in Nederland zijn ze nu in de ban van de Spaanse filosoof Ortega Y Gasset. Ook IJsbrand is onder de indruk van zijn benadering. Hij wordt vooral getroffen door zijn 'In search of Goethe from within'. Het is een thema dat hem zal blijven boeien: de menselijke zwakheden bij geniale en voor wijs doorgaande mensen.
Er is ook weer een inspectie bezoek. Het is zijn vroegere directeur Tjomme van Gulik. Op kantoor wordt komedie gespeeld vooral om de salariseisen kracht bij te zetten. Thuis wordt tijdens zijn bezoek duur apparatuur, dat wijst op een riant salaris, weggeborgen. Alleen de zware luidspreker is moeilijk weg te werken. Het gevaar wijkt bij van Gulik's vertrek - IJsbrand kan voorlopig nog in zijn royale behuizing blijven wonen. Inmiddels heeft hij zijn procuratiehouder's volmacht ontvangen.
IJsbrand gaat er nu regelmatig met Hans op uit om te filmen. Het klikt wel tussen hen. Hans heeft nu ook een 8mm Keystone filmcamera gekocht en weet er mooie opnames mee te maken en krijgt er zodoende plezier in. Ze smeden zelfs plannen voor een speelfilm, maar dat is te hoog gegrepen. Ze bezoeken o.a. de Gion matsuri in Kyoto met haar grootse historische optocht. Voor Hans is de stad dubbel aantrekkelijk omdat zijn vriendin Takako er nu woont.
Eind november '56 gaat Veldhuyzen met verlof. Alberts komt hem uit Tokyo vervangen. Zo een grote bek als hij daar had, in de Kansai is hij zo mak als een lammetje.
Ook Hans Brinckmann's evenknie in Osaka, Reind Bakker gaat met verlof, dus het is poot aan spelen daar.
De Nederlandse consul, W. H. de Roos, en de kanselier Nico van Zelm nodigen IJsbrand uit om Oud- en Nieuw in een typisch Japanse omgeving in Kyoto te vieren en het uitluiden van het oude jaar door slagen op een geweldige tempelbel bij te wonen. Op Nieuwjaarsmorgen jacht IJsbrand met zijn camera achter geisha's aan die in het Gion district traditionele nieuwjaarsgroeten uitwisselen. De kanselier observeert dat IJsbrand van een ingetogen asceet plotseling in een meedogenloze en op mooie plaatjes beluste jager kan veranderen.
Hij ziet ook een festival waar een groot vuur wordt gestookt. Als het nog zo gloeiend heet is dat je het er op geen meter afstand kan uithouden stort zich een meute Japanners, die daarvoor gevast hebben, op de gloeiende sintels en marcheren daar onder het uitstoten van kreten doorheen.
My photo's and those of my former colleague Hans Brinckmann were shown in the Fujifilm Square Gallery "Photo IS": 'Showa Japan seen through Dutch Eyes' in 2008 at the Fujifilm's Headquarters in Tokyo. The exhibition drew nearly 50.000 visitors.
© Michael Rogge 2022